Pieter Corneliszoon Hooft
1 Wat waren de belangrijkste ideeën die Hooft met zijn werk wilde
uitdragen? Noem er drie.
Hij wilde modernisering van de
Nederlandse literatuur, hij vond dit nadat hij de in Frankrijk en Italië de
kunst van de renaissance en de oudheid verder leerde kennen. Hooft wilde verder
veel liefde en drama in zijn werken verwerken, het element liefde was voor hem
iets dat vaak ervaarde aangezien hij vaak verliefd was. Een ander idee dat
hooft wilde uitdragen was dat je niet alleen bestaande woorden hoeft te
gebruiken om iets te vertellen.
2 Lees het Deuntje, op deze pagina, dat begint met ‘Als Jan Sijbrecht zou
belezen’.
a.
Omschrijf
kort (in maximaal 100 woorden) de rol van Jan en de rol van Sijbrech in dit
lied.
Jan is helemaal verlieft op Sijbrecht. Sijbrecht
is een lekker ding zoals Jan zegt. Jan wil graag met Sijbrecht trouwen, maar
Sijbrecht gelooft er niet echt in en blijft maar aan Jan vragen hoe erg hij van
haar houdt. Hij slaat Jan zelfs met een zweep en vraagt dan of hij nog steeds
van haar houdt.
b.
Leg uit wat
Jan en Sijbrecht bedoelen met de refreinregel ‘Reine liefd’ kan niet vergaan’.
Met de refreinregel Reine ‘liefd’ kan niet
vergaan’, wordt bedoeld dat eerste echte liefde niet kan verdwijnen / overgaat.
3 Ga naar http://home.hetnet.nl/~corpetrus/dichters/FrancescoPetrarca.htm
en lees sonnet 134 en sonnet 292.
a.
Vergelijk
deze sonnetten met ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief’ van P.C. Hooft, dat in het
Terzijde bij deze pagina (Hooft op vrijersvoeten) is opgenomen). Zie je
overeenkomsten of verschillen?`
De enige overeenkomst tussen de sonnetten is dat
alle drie de sonnetten uit het ik perspectief geschreven zijn. De verschillen zitten hem in het rijmschema
en de onderwerpen. Zo is het onderwerp van sonnet 134 Leven en dood. Bij sonnet
292 is het onderwerp liefde en dood en bij de sonnet ‘Mijn lief, mijn lief,
mijn lief’ gaat het over liefde. Een andere overeenkomst is dat in elke sonnet
wel iets over liefde in voorkomt.
b.
Voldoen de
sonnetten aan de algemene regels die op de literatuurgeschiedenispagina
‘Revolutie in de Nederlandse literatuur’ gegeven worden? Geef argumenten voor
je antwoord.
Joost van den Vondel
1 Noem ten minste twee
redenen waarom Vondel al in zijn eigen tijd te boek stond als ‘de grootste
schrijver’.
Hij stond in zijn eigentijd al te boek als ‘de
grootste schrijver’ omdat hij veel gebeurtenissen uit de Gouden Eeuw
becommentarieerd. Ook omdat hij stukken schreef over politieke en godsdienstige
onderwerpen, dit was toen nog iets wat weinig schrijvers deden.
2 Leg uit hoe het kon dat
een beroemd auteur als Vondel geldproblemen had, terwijl hedendaagse beroemde
auteurs gemakkelijk van hun pen kunnen leven.
Dit heeft verschillende redenen. De eerste reden
is dat er tegenwoordige in de meeste landen geen censuur meer is, dit wil
zeggen dat iedereen vrij is om zijn mening te uiten. Maar in de tijd van Vondel
was dit nog niet, en aangezien hij vaak commentaar had op bepaalde onderwerpen
werden die boeken verboden en kon hij er niks aan verdienen. Een andere reden
is dat het tegenwoordig een stuk makkelijker is om een boek te drukken en te
verkopen. Dit komt door de nieuwe technieken en doordat een printer
toegankelijk is geworden voor iedereen.
Bovendien bestaat er tegenwoordig internet waardoor meer mensen van het
bestaan van jouw boek te weten kunnen komen.
3 Zoek zelf
achtergrondinformatie bij het gedicht Het stockske.
a.
Welke
gebeurtenis wordt hier door Vondel beschreven?
Vondel beschrijft in het gedicht Het stockske de onthoofding
van Oldenbarnevelt in 1619.
b.
In het
gedicht wordt het stokje aangesproken alsof het een persoon is: waarom gebruikt
Vondel deze techniek?
Vondel gebruikte deze techniek om een boodschap in
het verhaal te verstoppen, in dit geval doet hij dat door het stokje in een
persoon te veranderen.
c.
Welke
boodschap wilde hij met het gedicht geven?
De
boodschap die Vondel met het gedicht wilde geven is dat hij de onthoofding van
Johan van Barneveld een schande is.
d. Kun je het stokje tegenwoordig nog
ergens bekijken?
Ja, alleen meerdere musea ’s
claimen dat zij het stokje hebben. Alleen de enige echte ligt sinds de 19de
eeuw in de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek. Bron: http://www.collectieutrecht.nl/view.asp?type=object&id=535
Constantijn Huygens
Onderzoek via allerlei naslagwerken, maar zeker ook via internet, het
komische toneel van de zeventiende eeuw. Geef de namen van auteurs, stukken,
uitgevers en verschijningsdatum.
Vermeld je zoekstrategie.
Vermeld je zoekstrategie.
Ik heb
eerst op komische toneelstukken 17e eeuw gezocht, toen kwam ik een
Wikipedia pagina tegen over komische toneelstukken, ook wel kluchten genoemd.
Op deze pagina stond een lijstje met links naar auteurs van komische
toneelstukken uit de 17e eeuw. Als je dan op een auteur klikte kreeg
je de Wikipedia pagina van die auteur en op die pagina stonden dan zijn werken.
1.
Zorg voor een
lijst van minimaal tien stukken.
Naam
|
Datum
|
Auteur
|
Tryntje Cornelis
|
1653
|
Constatijn
Huygens
|
de klucht van de
koe
|
1612
|
Gerbrand Adriaensz. Bredero
|
klucht van den molenear
|
1613
|
Gerbrand Adriaensz. Bredero
|
Klucht van de weyery
|
1665
|
Willem
Godschalck van Focquenbroch
|
Klucht van Hans Keyenvresser
|
1665
|
Willem
Godschalck van Focquenbroch
|
Symen sonder soeticheydt
|
1619
|
Gerbrand Adriaensz. Bredero
|
Lichte Klaartje
|
1645
|
Jillis
Noozeman
|
Berooide Student
|
1646
|
Jillis
Noozeman
|
Bedrogen Dronkaard
|
1649
|
Jillis
Noozeman
|
Krijn
onverstand
|
1659
|
Jillis
Noozeman
|
Het doel is een uitputtende opsomming van alle stukken die bij het komisch toneel horen.
Omschrijf daarbij wat jij tijdens jouw onderzoek onder komisch toneel hebt verstaan.
Een komisch toneelstuk is een kort toneelstuk met
het doel om het volk te vermaken met humor. De thema’s waren vaak schunnig.
Meestal was er ook een boodschap in verpakt, waarin in ze lieten zien wat de
gevaren van sommige beslissingen / acties zijn.
2.
Leg uit wat
een puntdicht is en geef twee voorbeelden uit het werk van Huygens.
Een
puntdicht ook wel epigram genoemd is een kort gedicht, bestaande uit meestal
maar 1 of 2 zinnen die een dubbelzinnigheid of onverwachtse wending bevat.
Twee voorbeelden van puntdichten van Huygens:
AL TEGEN STROOM
Ghij vraeght, hoe ick soo veel gedicht heb en
geschreven,
Door all' de besighheid daer men my lang in sagh?
Will de mensch niet altoos all wat hij niet en magh?
Had ick meer tyds gehadt, ick had veel min
bedreven.
TEGENWERK
Je vraagt waarom ik toch zo heel veel heb
geschreven,
Terwijl ik me ook voor and're zaken inspan?
Maar wil men niet altijd wat eigenlijk niet kan?
Meer tijd had mij veel minder gedichten gegeven.
3.
Schrijf twee originele
puntdichten
Over een puntgedicht denk ik niet
licht, maar in een puntgedicht zie ik geen licht
De tweede is nog in de maak, maar
hij komt er nog
Eindopdracht
Leg uit waarom Vondel , Huygens en Hooft nog steeds interessant gevonden
worden binnen de Nederlandse literatuur.
Huygens, Vondel en Hooft hebben in hun eigentijd
de literatuur drastisch verandert, en door die veranderingen in de literatuur kennen
wij de literatuur zoals die is. Als Vondel namelijk nooit boeken en
toneelstukken had gemaakt met kritiek daarin op bijvoorbeeld de regering en het
geloof dan zou het zo maar kunnen zijn dat er nog censuur bestond, net zoals in
China en vele andere landen. En als Huygens nooit was gekomen met kluchten dan
zou er misschien niet eens cabaret bestaan. En dan is er ook nog Hooft, die
voor de modernisering voor de Nederlandse taal heeft gezorgd door dat hij zich
in de kunst van de Renaissance had verdiept.
Al met al kan je denk ik wel zeggen dat deze 3
schrijvers uit de middeleeuwen veel invloed hebben gehad op de Nederlandse
literatuur en dat we daar van de dag nog de vooral positieve gevolgen van terug
zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten