maandag 9 december 2013

Erik of het kleine insectenboek, Godfried Bomans


Nederland Leest: Erik of het klein insectenboek

Opdracht 1



Godried Bomans


"Een typische Haarlemmer"

Een Spartaanse opvoeding

Bomans krijgt een strenge opvoeding. Hij schrijft daarover: "Het voordeel van een Spartaanse en gevoelsarme opvoeding is dat alles later meevalt en steeds feestelijker wordt, maar het nadeel is ook niet mis. Je houdt je hele leven de trekken van een jongetje dat lief gevonden wil worden". Zijn strenge en afstandelijke opvoeding bepaalt mede zijn ontwikkeling.

Bomansiaanse humor

Reeds in zijn schooltijd heeft Bomans literaire belangstelling; is redacteur van diverse schoolkranten en publiceert korte verhalen. In 1932 schrijft hij het kolderdrama Bloed en liefde, dat in 1937 uitgegeven zal worden. Het is een aanzet tot de karakteristieke ‘Bomansiaanse humor’, die met ironie en komisch aandoende archaïsmen bestaande genres als sprookje, melodrama, biografie en detectiveverhaal parodieert. De opvoering in de Jans Schouwburg te Haarlem is een triomf. Ook nu nog is het stuk een topper bij amateurtoneelgezelschappen.

Literair debuut

In 1933 gaat Bomans rechten studeren te Amsterdam, haalt zijn kandidaats en wordt redacteur van het rooms-katholieke studentenblad De Dijk en later van het anti-paapse Propria Cures. In De Dijk publiceert hij gedichten, kritieken en korte verhalen. Enkele verhalen beschrijven de herinneringen van een oud-minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen. Zij leiden tot zijn erkende literaire debuut: De memoires of gedenkschriften van Mr. P. Bas, dat december 1936 in boekvorm verschijnt. Invloeden van Charles Dickens en Hildebrand (Camera Obscura) zijn onmiskenbaar aanwezig.
De dood van een sprookjesverteller
Als radio en televisie hem vragen in programma's op te treden, neemt hij deze verzoeken graag aan. Allengs wordt hij een 'bekende Nederlander'. De daaraan verbonden nadelen treden echter ook op. Men dringt onophoudelijk aan en Bomans kan geen 'nee' zeggen.
De vermoeienissen eisen echter hun tol. Op 22 december 1971 overlijdt Godfried Bomans aan de gevolgen van een hartaanval.

Geen waardering

Hij heeft dan meer dan 60 boektitels op zijn naam staan en is bijzonder populair - maar niet alom. De letterkundigen verwijten hem oppervlakkigheid en de personages zijn te veel type. Bomans heeft dan ook nimmer een literaire prijs gekregen, hoewel zijn stijl en formuleerkunst buiten kijf staan. Simon Carmiggelt zei eens: "Bomans is een groot schrijver, maar je mag het alleen niet hardop zeggen".
In januari 2007 maakte het Letterkundig Museum in Den Haag echter bekend dat Bomans opgenomen was in het canon van de honderd grootste Nederlandstalige schrijvers.

Bomans was in ieder geval veelzijdig, had vele gezichten en speelde allerlei rollen. Het valt nauwelijks uit te maken of hij een humorist was die ernstig wilde zijn, of een ernstig mens die voor humorist speelde. Humor is in elk geval wèl een van zijn opvallendste kenmerken.



Lofrede op het boek Erik of het kleine insectenboek


Godriend Bomans heeft een prachtig verhaal geschreven dat op het eerste gezicht een beetje raar en vreemd lijkt. Maar wat dit boek zo mooi maakt is het feit dat de combinatie van biologie en amusement zo goed is dat het als het ware een geheel wordt. Erik de hoofdpersoon zorgt voor de nodige spanning door de (domme) dingen die hij uithaalt maar wordt mede door zijn kennis ook gezien als held in de Wollewei. Elk dier dat Erik ontmoet in de Wollewei ziet Erik als een niet door ontwikkeld dier. Het leuke daarvan is dat als je over de dieren na gaat denken dan kom je er achter dat elk dier helemaal geoptimaliseerd is voor de taak die het dier uit te voeren heeft. Zo kom je er ook achter hoe mooi de natuur is en hoe complex het allemaal eigenlijk is. Maar het knappe daarvan is dat het op een kinderlijk eenvoudige manier wordt uitgelegd.








Keuze opdracht C

De Libelle


Na uren wandelen kwam Erik eindelijk aan bij een klein beekje. Hij was zo uitgeput dat hij maar een dutje ging doen aan de oever. Helaas duurde zijn dutje niet zo lang want hij werd wakker van de spetters die de vissen veroorzaakte. Hij keek verschrikt op toen er een druppel op zijn hoofd viel. Hij zag tot zijn schrik dat door de spetters een libelle in het water beland was en hulpeloos rond spetterde. De libelle riep Erik om hulp. Erik begon hulpeloos om zich heen te zoeken naar een voorwerp om naar de libelle te komen. Eindelijk vondt hij een blaadje groot genoeg waarop hij naar de libelle toe te varen alleen wat nog miste was een middel om vooruit te komen. Maar daar had hij wat op bedacht want de wind stond zo dat als hij een blad in de lucht zou houden dat de windt hem zo naar de libelle zou blazen. Ondertussen hadden de vissen ook door dat er een libelle in het water lag te spetteren. Net op het moment dat Erik de libelle op zijn blad wou tillen sprong er een vis hoog uit het water en kwam recht op Erik af. Erik wist nog maar net op tijd het blad dat hij gebruikte als zeil boven zich te houden waardoor de vis tegen het blad aan klapte en terug in het water viel. Erik trok de libelle op het blad en voer meteen naar de oever om de kans dat er nog een vis zou aanvallen te verkleinen. Op de oever stelde de libelle zich voor. Ze heette Libellus. Erik vroeg wat hij voor haar kon betekenen. Ze zei dat ze even de tijd nodig had om haar vleugels te drogen voordat ze weer kon vliegen. Na twee uur in de zon hebben gelegen vroeg de libelle of Erik bij haar wou avondeten. De libelle vloog met Erik op haar rug naar haar huis, nouja haar huis het was eigenlijk een water lelie in een stilstaand watertje. Op de leli lag wat eten en haar man zat een beetje levenloos voor zich uit te staren. Het eten dat bestond uit insecten zo toegetakeld dat ze niet meer herkenbaar waren. Na het eten vroeg Erik waarom ze zo laag over het water  had gevlogen die ochtend, de libelle verteld dat ze eitjes aan het leggen was onder water. Erik vondt het raar dat een libelle eitjes onderwater leggen terwijl ze zelf vliegen. Hij besloot daarom om met behulp van een holle tak als snorkel te gaan duiken om de eitjes van de libelle te kijken.

Na de frisse duik had Erik nog een verzoek voor de libelle, hij vroeg of ze hem naar het eind van de Wollewei te vliegen. De libelle vondt het verzoek raar aangezien zij het daar maar gevaarlijk vondt omdat daar de wereld ophoudt. Maar omdat Erik haar leven had gered was ze bereid om hem er heen te vliegen. Eenmaal aangekomen aan de rand nam de Libelle afscheid om daarna weer snel terug te keren en weer eieren met gevaar voor eigen leven te gaan leggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten